donderdag 15 maart 2012

De supermarkt

Ik wil een wagentje! En J rent de supermarkt in. Ik ook, roept grote broer en hij trekt J aan zijn jas zodat hij valt en stapt over hem heen en pakt het winkelwagentje. Ik ben eerst, roept hij triomfantelijk.
J ligt op de grond te krijsen. Daar gaan we weer denk ik. Ok, roep ik, W hier komen, help je broertje overeind en zeg sorry. Neuh! roept hij meteen. Ja, zeg ik anders gaan we meteen de winkel weer uit. W twijfelt......ok......sorry J, zegt hij. J knikt, pakt ook een klein winkelwagentje en samen rennen ze bijna door de automatische ingangspoort van de supermarkt heen. Voorz.....wil ik roepen, maar het hek is godzijdank al open. En zo begint het steeds als we boodschappen gaan doen in de supermarkt. Bij gebrek aan oppas en familie in de buurt en woonachtig in een klein dorp moet ik bijna altijd de 2 raddraaiers meenemen. Alles went, zelfs boodschappen doen met hun.
Met z,n tweeën sjezen ze de gangpaden door met hun karretjes. Ik wil eerst wat in mijn wagentje roept W. Nee ik! roept J. Om de beurt, zeg ik. Er gaat een komkommer bij J zijn karretje in. Nee, lust ik nie, ik wil tomaatjes en hij gooit de komkommer op de grond. Oprapen, zeg ik kordaat. J pakt de komkommer op en geeft hem aan mij. De komkommer is voor W.
Zo winkelen we door na eerst een karretje tegen mijn hak aan gehad te hebben en de ander achterom kijkt en bijna het broodvak in rijd. Na nog een paar aanrijdingen in de supermarkt heb ik snel alles bij mekaar gegraaid waarvan ik denk het nodig te hebben. Briefje was ik vergeten mee te nemen!
Bij de kassa aan gekomen zetten de kinderen alles samen op de band. Alles wordt geteld en verdeeld voordat het op de band terecht komt. De dame bij de kassa knikt en ik zeg vriendelijk hallo. De jongens zetten de karretjes weg als ze klaar zijn en ik houd mijn hart alweer vast:
J hier komen, schreeuw ik en J is op dat moment oostindisch doof. Hij neemt een aanloop en springt in de volle bak met lege dozen! De kassière lacht.....ik niet en voel het schaamrood me alweer op de kaken staan terwijl ik J uit de dozen trek.Willen ze een snoepje vraagt de kassière. W en J hier komen roep ik.....snoepje!!! W en J komen snel aan gerent en nemen gretig het snoepje aan. Dank je wel, zeggen ze. Godzijdank, denk ik zo druk als ze zijn, dankjewel heb ik er goed in gekregen. Snel pak ik alles in en zeg gedag tegen de kassière. De jongens lopen al kauwend achter me aan als 2 kleine kuikentjes en ik adem weer uit en denk: We hebben de supermarkt weer overleefd en er verschijnt een glimlach op mijn gezicht.